Aantekeningen |
- Inden jaer nae der saligher gheboerten ons heeren Jhesu Christi alsmen schreeff duysent vyff hondert vierentseventich opden vierentwintichsten dach vanden meerte. De meier en laten van het hof van Gingelom te Sint-Truiden oorkonden dat Claes Vuytenbroecke, Jan Minssen, de kinderen van Raes Vuytenbroecke en Maria van Aecken aan Hendrik Wuesten, man van Maria Vuytenbroecke, voor 32 gulden Brab. per jaar verhuurd hebben een huis, in de Stapelstraat gelegen, geheten "De Sonne", naast de erven van Jan Vander Boenten en Jan Bruyninx. Meier: Vranck van Lechy, laten: Geert van Velpen, Adam van Vorssen, Leo Buntincx en Georgius de Prate. 1574, 24 maart. 1574-1574 (Bron: Begijnhof Sint Truiden)
Anno a nativitate Domini millesimo quigentesimo septimo mensis junii die septima. Notari Johannes Prinssen verklaart dat het kapittel van Loon aan Nicolas Vilters, Raso de Mettecoven alias Vuytenbroeck, Johannes Pauli en Egidius Timmermans de tienden van Mechelen-Bovenlingen voor zes jaar verpacht voor 70 mud graan per jaar. 1507, 7 juni.
1507-1507 (Bron: Regestenlijst van de oorkonden van het kapittel van Borgloon)
Int jaer ons Heren doen men screeft duysent vyfhondert ende derthien den seventhiensten dach der maent van may. Notaris Johan Prinssen verklaart dat het kapittel van Loon aan Ameel Vilroux uit Heks, Raes Vuytenbroeck en Jan Pauwels de tienden van Mechelen-Bovenlingen voor een termijn van zes jaar verpacht heeft voor 82 mud rogge, 82 mud gerst en 12 mud tarwe per jaar. 1513, 17 mei. -., 1513-1513
(Bron: Regestenlijst van de oorkonden van het kapittel van Borgloon)
Inden jaere nae der saligher gheboerten ons heeren Jhesu Christi alsmen schreeff duysent vyff hondert ende tachtentich opden thienden dach van Junio. De pastoor en de raadsvrouwen van het begijnhof verklaren dat zij wegens de slechte tijdsomstandigheden aan Herman Putmans sr. voor 270 gulden Brab. verkocht hebben hun cijnshof te Runkelen gelegen. Pastoor: Jan Bancks, raadsvrouwen: Margareta Vuytenbroecke, Anna Kempeneers, Anna van Laere, Maria Smeets, Anna Minssen. 1580, 10 juni. 1580-1580
Inden jaere duysent vyffhondert ende tachentich den sevensten dach der maent Julii. Dezelfden verklaren dat zij aan Margareta Vuytenbroecke, hoogmeesteres van het begijnhof voor 50 gulden Brab. verkocht hebben een losbare rente van een mud rogge op de infirmerie. 1580, 7 juli. 1580-1580
Bron: Begijnhof Sint Truiden)
NAAM METTECOVEN:
Inden jaire ons Heren Jhesu Christi doen men screeff dusent vijffhondert ende twelff den sestienden dach in den merte. Deken en het kapittel van Loon verklaren dat Art van Henssdale voor 86 Hoernsgulden aan Jan van Mettecoven, rentmeester van het kapittel, verkocht heeft ten behoeve van de feesten compassionis beate Marie, een erfrente van twee mud rogge 29 grote roeden land, gelegen an de Wolffstraat naast de erven van Jan van Creyenbeek, Jan Witten en Art van Horion en op 27 grote roeden land, gelegen tussen Gotem en de Heerweg. 1512, 16 maart. -.
, 1512-1512 Bron: Regestenlijst van de oorkonden van het kapittel van Borgloon)
1553, 1 februari(Nederl.). Jan vander Maesen, schout, en Art Motmans, Michel Prijs, Gvaart Coes, Lij Zeels, Jan Tsgroets, schepenen van Kozen, oorkonden dat Art Palmerts een rente verkocht heeft aan Herman van Mettecoven.
(Bron: Kozen. Schepenbank)
Vranck Spruyten, ondervoogd en meier, Herman van Mettecoven, Joris van Minsinghen, Art vanden Bosse, Jan Gersten, Gerrit Becker, Jan van Halmaal, Jan Ruyscarts, schepenen van Halmaal, oorkonden dat Reyner Peeters en zijn vrouw Gertruid Pippinx afzien van ieder recht op een rente van een halve mud rogge. 1471, 15 mei (Nederlands).
, 1471-1471 (Bron: Halmaal. Schepenbank)
Inden jare der gheboirten ons heeren duysent-vierhondert ende eenenvertich des seven ende twintichststen daichs in April. De schout en de schepenen van Sint-Truiden, meier en laten van het proosthof en van het cijnshof van Henric Voss gichten ende gueden op 22 juli 1440 Willem en Jenneken van Straten, kinderen van wijlen Willem de Jonge van Straten, in het bezit van twee, zwaar met erfcijnzen belaste huizen in de Schuurhovenstraat, nadat hun oom, Lybrecht Wouters, en hun tante, Janne van Straten, verklaard hebben daarop geen rechten te laten gelden. Zij verkopen de twee huizen aan het klooster van Nonnemielen, en zijn hun zuster Margriet, religieuze in hetzelfde konvent, een jaarlijkse erfcijns schuldig van twee mudden rogge. Op dezelfde datum, 27 april 1441, verzocht ook Wouter van Straten om gegicht te worden in zijn deel van de erfenis, dat hem toekomt na de dood van zijn vader en moeder. Schout van de Prins-Bisschop: Jan van Hamele. Proosthof: proost: Reyner van Brede. Meier: Wouter vander Molen. Schepenen en laten: Henric Tiegeldecker; Gielis van Hoerne; Kerstiaen van Heysselt; Ghisebrecht Abertijns; Jan Cruyer; Herman van Mettecoven. Laten: Aert Cuyper; Jan van Hese. Henric Voss-hof: meier: Henric Voss. Laten: meier: Henric Voss. 1441, 27 april.
, 1440-1441
Int jair ons heeren Christi duysent vierhondert ende achtenviertich in julio VII daghe. De meier en de laten van de Sint-Truidense cijnshoven van Herman van Mettecoven en Lambrecht van Staple, oorkonden dat Herman van Mettecoven aan Robijn Beelen anderhalve bunder verkocht heeft, ten dele akkerland en ten dele eussel en 1/2 bunder eussel, beide stukken grond liggende op de "Rode", op Slinckersroet, voor 2 mudden rogge jaarlijks en erfelijk. Bekrachttigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Meier van de twee cijnshoven: Jan van Halbeke. Laten hof van Mettecoven: Henrick Alaert; Tielman Pextert de Langhe; Jan Claes vander Biest; Willem vander Kempenen. Laten van Herman van Staple: Alaert en Pextert bovengenoemd; Claes Reyners, Willem Haenborchs; Art Peters. Schout van de abt: Daengel van Hamele. Schepenen van Sint-Truiden: Henrick int Scep; Lambrecht van Entbroeck; Dyerick Gruytere; Reyner van Bommershoven. 1448, 7 juli.
, 1448-1448
Jan Roelants, priester, joffrouw Johanne van Straten en juffrouw Gheertruyt vander Borch, meesteressen van het klooster van Nonnemielen, eisen in naam van Marie Pollaerts, priores van Jan van Heylenam en Goert van Thienen, de tienden op het kennepzaad, dat zij in de heerlijkheid Grazen gewonnen hebben. Dezen beloven voortaan een oude grote per vat. Opgemaakt te Sint-Truiden, "neven die broethalle". Getuigen: Herman van Mettecoven; Bertholomeeus Geraerts; Herman Hijsbeens; Nijs Backhuys. 8 mei 1451:.
, 1451-1451
Int jair ons heren Xllllc eenenvijftich in mey acht daghe. Johannes vanden Steynenhuyse, meier in den hof van Merwele, toebehorend aan Herman van Mettecoven, Henrick Maerscalx, Willem vanden Kempenen; Tielman Pexstert de Lange en Robijn Beelen, laten; Lambrecht van Staple, meier in zijn eigen hof, Bertholomeeus Geraerts; Daengel van Missen; Thaye van Ordinghen en Tielman Pexsterst, bovengenoemd; eigengenoten, beide cijnshoven gesitueerd te Sint-Truiden, oorkonden dat Herman van Mettecoven in de handen van heer Jan Roelants, 2 mudden rogge erfelijk heeft opgedragen ten voordele van het klooster van Nonnemielen. Bekrachtigd en bezegeld door Art vanden Bossche, prinsbisschoppelijke schout van Sint-Truiden, en door Dyerick Gruyter; Reyner van Bommershoven; Jan Cruyere en Bertholomeeus Geraerts schepenen van dezelfde stad. 1451, 8 mei.
, 1451-1451
Int jair der gheboirten ons heren Christi duysent vierhondert eenenvijftich In novembri des XX daichs. De schout van priores Marie Pollaert en de schepenen van de bank te Nonnemielen, oorkonden dat de priores aan Nijs vanden Schelve, alias Backhuys, het pachthof van Rummen verhuurd heeft voor 12 jaren, met huizen, landerijen en cijnzen, tegen een aantal pacht verplichtingen in speciën en natura in geld: 31 gulden per jaar, de gulden gerekend voor 12 boddreghere, de boddreghere voor 8, 5 lichte groten. in natura: jaarlijks 47 mudden rogge, 41 mudden gersten en 3 vaten raepsaet. Verder o. a. met 4 paarden elk jaar 2 voeder kolen halen te Luik, waarvoor Nonnemielen de laadkosten zal betalen; op vastenavond 100 eieren leveren, met Pasen 600 - en van Pasen tot aan de feestdag van Maria Magdalena, 100 eieren per week. Daarbij dient Nijs Backhuys elk jaar 27 ganzen te leveren, en naar behoefte van het klooster ganzen te zetten en minstens 3 weken lang te mesten en dan geplukt aan het klooster te leveren. Schout: Bertholomeeus Geraerts. Schepenen: Reyner van Bommershoven; Jan Cruyere; Herman van Mettecoven; Daengel van Hamele; Flips Copij. Borgen voor de pachter: Henric van Beckevoort; Jan van Mosmale; Willem Moens; Wouter Kempenere. 1451, 20 november.
, 1451-1451
Ghegheven inden jare der gheboerten ons heren doemen screef duysent vierhondert ende sevenentachtentich in december dertich daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens cijnshof, geheten "Hoff van Merwele", toebehorend aan de erfgenamen van Herman van Mettecoven, oorkonden dat Clemente van Mettecoven aan Peter van Hamme anderhalve bunder land, gelegen omtrent den Roye op Stinckersroet, verkocht heeft tegen 5 grijpen en 5 st. als lijfrente, die na haar dood zullen gaan naar het klooster van Nonnemielen. Hof van merwele: Meier: Dierick van Ordinghen. Laten en Schepenen: Roebeert vanden Roekout; Henrich van Lechi; Jannes Ghilsen; Laat: Jannes Wiemen. Schepenbank: Schout: Jan Ghisbrechs, schout van abt Anthoenis van Berghe. Schepenen: Rijkout van Stapel; Robeert van de Roekout; Henrick van Lechi; Jannes Ghilsen. 1486, 30 december (n. s. ).
, 1486-1486
Datum anno a nativitate domini m° CCC° quinquagesimo in die beati Martini Hyemalis. De meier en de laten van het proosthof te St. -Truiden oorkonden dat Agnes de Dufhus, begijn, aan Elisabeth de Muiken, kloosterlinge, en broeder Johannes de Pelc, voorganger van het klooster van Nonnemielen, ten voordele van het altaar van Johannes Baptista te Mielen, in erfcijns geschonken heeft, 12 oude esterlingen die haar jaarlijks toekwamen op het huis van Adam Telders, en 9 oude groten met een esterling, die haar toekwamen op het huis van Yvan de Mettecoven, gelegen nabij Vissegat. Bekrachtigd door de proost en twee schepenen van St. -Truiden. Proost: Johannes de Merle. Meier: Henricus de Hautijn. Laat en schepen: Otto de Sparnay. Schepen: Walterus de Gorsem. Laten: Andreas der Nonnen van Stratem (Aalter, bij St.-Truiden), Arnoldus Severijn; Johannes van der Borch van Stratem; Arnoldus Sirken; Willelmus Coman; Reynerus de Alken; Johannes de Porta van Stratem. 1350, 15 november.
, 1350-1350
Anno a nativitate eiusdem (domini) millesimo tricentesimo sexagesimo quarto indictione secunda mensis martii die duodecima. Notaris Laurentius Bertout getuigt dat Hermannus de Ricle als voogd van dekellerij van Nonnemielen een erfrente van 19 d. Luiks heeft gekocht van de Minderbroeders van Sint-Truiden, met verscheidene kloostergebouwen als pand. Getuigen: Henricus de Stockem, meier; Franco de Mettecoven; Waltgherus de Sancta Katherina; Otto de Eyke; Henricus Warnerus; Egidius de Reckelingen; Johannes de Pascuis. 1364, 12 maart.
, 1364-1364
Int jaer der saligher geborten ons liefs heeren Jhesu Christi vijf-tien hondert ende vijff inden mey des elfde daigs. De meier en de laten van het cijnshof van de kellerij van Nonnemielen te Sint-Truiden, oorkonden dat Lambrecht van Sint Jans der Jonge, in ruil voor een som van 21 Rg., aan Gowart Pickarts een erfrente verkocht heeft van 1 Rg. 20 St. de gulden, lopende koers van Sint-Truiden, op zijn huis met toebehoren, gelegen te Sint-Truiden in de Cloppenstrate, bij de stadsvesten. Deze overdracht wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jan Menten der Alde. Laten: Henrick van Lexhi; meester Henrick van Herckenraede; Mercielis van Holzete; Jan Menten der Jonge; Carle Strune. Schepenbank: Schout: Pouwels Abertijns; Schepenen: Henrick van Lexhi; Jan Copi; Mercielis van Holete; Jan van Mettecoven. 1505, 11 mei.
, 1505-1505
Gescheit int jaer ons liefs heren Jhesu Christi vijfthien hondert ende vierthien inden apriel des sesde dachs. De meier - eigenaar en de eigengenoten van het Sint-Truidense hof Uttebroke oorkonden dat Aert Conis aan Jan Minten, wen te Nonnemielen, 6 Hoornse postulatusgulden, of hun tegenwaarde in andere munt, in jaarlijkse erfcijns verkocht heeft op zijn huis met schuren, stallen en toebehoren, gelegen te Sint-Truiden, in de straat, die van de Sautstrate naar Stoelborch loopt. Dit wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier en eigenaar: Gheert Waerniers. Laten: Crispijn van Mielen, Aert Severijns; Willem vander Velde; Fransus Zuerincks. Schepenbank: Sch out: Joes van Voerssen. Schepenen: Menten van Artun; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns; 1514, 6 april.
, 1514-1514
Gescheit int jair ons liefs heren Jhesu Christi vijfthienhondert en vierthien in augusto des vierthiende dachs. De waarnemende meier en de laten van het prinsbisschoppelijke laathof te Sint-Truiden oorkonden dat Aert Conis aan de pitantie van Nonnemielen in erfcijns verkocht heeft, 20 oude groten, en 4 kapuinen, die hij jaarlijks ontving op een 1/ 2 bunder hof met boebehoren, gelegen buiten de muren van Sint-Truiden, te Schuurhoven, niet ver van de Juedenstrate. Als pand stelt hij een hof met goebehoren, liggend buiten de muren, bij de straat, die naar Brustem loopt. Deze akte wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jannes vanden Steynenhuyse; waarnemend meier: Jan Bogaets. Laten: Gheert Waerniers; Henrick Ladduyns; Jan vander Creefte; Efransus Zuerincks. Schepenbank: Schout: Joes van Voerssen. Schepenen: Merten van Artum; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns. 1514, 14 augustus.
, 1514-1514
Gheschiet int jaer ons liefs heren Jhesu Cristi duysent vijffhondert ende achtentwintich in decembri den vijffden dach. De waarnemende meier en de laten van het Sint-Truidens laathof dat toebehoort aan het klooster Terbeek, oorkonden dat Margriet Bastijns een kapuin erfelijk op haar huis en hof, gelegen te Zipinghen heeft opgedragen aan Joseph vanden Steenweghe, als gevolmachtigde van de priores van Nonnemielen. Deze akte werd bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Abdis van Ter Beek: Nycol de Paeye. Rentmeester: Jan van Heelen, priester. Meier: Jannes Boegaerts. Laten: Aerdt Toelen; Jan Struven; Goevaert van Hertten; Jan Riecksteels. Schepenbank: Schout: Thomas van Wesere. Schepenen: Meester Maerten van Arthum; Jan van Mettecoven; Ghielis van Herckenroede; Jannes Menten. 1528, 5 december.
, 1528-1528
Inden jaere ons heeren Jhesu Christi geboirten duysent vijffhondert ende seven ende veertich den twee ende twintichsten dach van merte. De meier en de laten van het cijnshof van Nonnemielen te Sint-Truiden oorkonden dat Gieles van Schoore voor 54 Rg., lopende koers van Sint-Truiden, aan Anna Kempeners, begijn, vertegenwoordigd door Hieronimus Thayen, een kwijtrente heeft verkocht van 3 Rg. op een bunder land, gelegen achter de kerk van Merwele. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Jan Menten. Laten: Balduwijn Zuerinc; Thielman Joerdens; Jannes Rausscarts; Kaerle Bollus. Schepenbank: Schout: Godgaff van Alsteren, anders van Hamel. Schepenen: Wilhem van Stapel; Balduwijn Zuerinx; Thielman Joerdens; Jannes Rausscarts. 1547, 22 maart.
, 1547-1547
Int jaer ons heeren vijffthienhondert een en vijftich den tweeden dach aprilis. De plaatsvervangende meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Marie, weduwe van Vrancken van Lechij afziet van het vruchtgebruik van een huis met hof achter het kerkhof van het Heilig Graf, ten voordele van haar kinderen: Hendrick; meester Jan; Vranck van Lechij, gebroeders en Henrick Scroyts der Jonghe, echtgenoot van Marie van Lechij, zuster van de eerstgenoemden. Hierop heeft Vranck van Lechij dat huis met toebehoren gekocht voor 525 Rg. Br. Bekrachtigd door de proost, de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Proost: Rutgerus Vrancken. Meier: Herman Putmans. Laten: Claes Zeelis; Aert Capruyns; Karle Bollen; Jan van kellensvert; Jan vanden Linde; Everart van Mettecoven; Joes vander Borcht; Cornelis Colen; Bernaert vander Borcht; Wouter Everaerts. Schepenbank: Schout: Jan van Riest. Schepenen: Jannes Rausscaerts; Thielman Jordens; Jan van Herck; alias Clingermans; Jan Zuerinx Wilhemszoon. H: 174 mm. B: 338 mm. H plica: 25 mm. 1551, 2 april.
, 1551-1551
Aldus gheschiet opden drijentwintichsten dach der maent februarij anno sesthienhondert ende seven. Dezelfden, optredend als laten van het Sint-Truidense cijns hof Vuergort hoff, oorkonden dat Pouls Hiegaerts, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, een rente afgelost heeft van f. 5. 14 st. Br. op huis en hof, toebehorend aan het klooster, gelegen te Sint-Truiden op de Wierdijeck, die jaarlijks moesten betaald worden aan Claes van Ertrijck, waarbij hij voor schrijfgeld f. 3. 8 st. en voor gichtgeld 28 st. heeft betaald. Schout: Raphaël van Dormael. Schepenen: meester lambrecht van Stapel; Christiaen vanden Eelbampt; Herman van Mettecoven; Jan van Meldert. 1607, 23 februari.
, 1607-1607
Allemaal uit de Bron: Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden)
Hendrik Zurlet, Willem Kannart, Herman van Mettecoven, Antoon Voersters oorkonden dat Raes van der Rivieren zich borg heeft gesteld voor een schuld van Hendrik Zurlet op de goederen van Mombeek. 1462, 6 mei Nederlands.
, 1462-1462 (Bron: Heerlijkheid Heers.)
|