Foto's
|
 | Wapen van Zuylen Abcoude
Wapen Sweder van Abcoude |
 | Charter Sweder van Abcoude 21-10-1365
Het kapittel en Sweder van Abcoude stellen de geschillen, tussen hen gerezen ten gevoege van de onlangs gedane uitspraak van Johan, bisschop van Luik, over zekere tienden, aan de beslissing van Margreta van Erkel, vrouw Van der Eem. |
 | Charter Sweder van Acouden 6-04-1382
Waarbij Sweder, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan Jan van Almonde Willemsz. en Herman Klaasz., schout van Poortugaal, het gors Zwedersdijke bij het steenhuis in Poortugaal in tijns uitgeeft om het te bedijken |
 | Vervolg-2 Sweder van Abcoude 6-04-1382
Waarbij Sweder, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan Jan van Almonde Willemsz. en Herman Klaasz., schout van Poortugaal, het gors Zwedersdijke bij het steenhuis in Poortugaal in tijns uitgeeft om het te bedijken |
 | Vervolg-3 Sweder van Abcoude 6-04-1382
Waarbij Sweder, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan Jan van Almonde Willemsz. en Herman Klaasz., schout van Poortugaal, het gors Zwedersdijke bij het steenhuis in Poortugaal in tijns uitgeeft om het te bedijken |
 | Vervolg-4 Vervolg-3 Sweder van Abcoude 6-04-1382
Waarbij Sweder, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan Jan van Almonde Willemsz. en Herman Klaasz., schout van Poortugaal, het gors Zwedersdijke bij het steenhuis in Poortugaal in tijns uitgeeft om het te bedijken |
 | Vervolg-5 Vervolg-3 Sweder van Abcoude 6-04-1382
Waarbij Sweder, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan Jan van Almonde Willemsz. en Herman Klaasz., schout van Poortugaal, het gors Zwedersdijke bij het steenhuis in Poortugaal in tijns uitgeeft om het te bedijken |
 | Charter Zweder van Abcoude 19-10-1361
Akte van toezegging door Zweder van Abcoude, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan hertog Albert om geen gebruik te maken van zijn oude leenakten, nu de hertog hem beleend heeft met de heerlijkheid Putten en Strijen. |
 | Vervolg-2 Charter Zweder van Abcoude 19-10-1361
Akte van toezegging door Zweder van Abcoude, heer van Gaasbeek, Putten en Strijen, aan hertog Albert om geen gebruik te maken van zijn oude leenakten, nu de hertog hem beleend heeft met de heerlijkheid Putten en Strijen. |
 | Charter Sweder van Abcoude 27-11-1361
Brief van Otto, heer van Arkel,(Dirk van) Brederode, (Arnout), heer van IJsselstein, (Zweder van Abcoude), heer van Putten, (Jan), heer van Egmond, (Wouter), heer van Heemskerk, Jan van de Wateringe, Gerard van Egmond, (Dirk van Wassenaar), burggraaf van Leiden, Gerard van Heemstede, Herbaren van Liesveld, Gijsbert van Vianen, Gerard van Vliet, Gijsbert van IJsselstein, ridders, Delft, (Daniël van) Matenesse, Schiedam, Dirk van Raaphorst, ridder, (Ogier van Kralingen), baljuw van Delfland, (Filips van Tetrode), rentmeester van Noord-Holland, (Willem Willemsz.), rentmeester van Friesland (Reinout van Brederode), baljuw van Kennemerland, (Willem van Naaldwijk), baljuw van Rijnland, Dirk van Brederode, Hendrik die Rover van Montfoort, Enkhuizen, Haarlem, Leiden, Alkmaar, Hoorn, Edam, Monnickendam, Amsterdam, Oudewater en Vlaardingen, baanderheren, ridders, knapen, steden en het gemene land van Holland, Kennemerland, Amstelland, Waterland en Friesland, aan (Machteld van Lancaster), gravin van Henegouwen, Holland, Zeeland en Friesland, om in haar geschil met hertog Albert aan de drie landen te willen verblijven. |
 | Vervolg-2 Charter Sweder van Abcoude 27-11-1361
Brief van Otto, heer van Arkel,(Dirk van) Brederode, (Arnout), heer van IJsselstein, (Zweder van Abcoude), heer van Putten, (Jan), heer van Egmond, (Wouter), heer van Heemskerk, Jan van de Wateringe, Gerard van Egmond, (Dirk van Wassenaar), burggraaf van Leiden, Gerard van Heemstede, Herbaren van Liesveld, Gijsbert van Vianen, Gerard van Vliet, Gijsbert van IJsselstein, ridders, Delft, (Daniël van) Matenesse, Schiedam, Dirk van Raaphorst, ridder, (Ogier van Kralingen), baljuw van Delfland, (Filips van Tetrode), rentmeester van Noord-Holland, (Willem Willemsz.), rentmeester van Friesland (Reinout van Brederode), baljuw van Kennemerland, (Willem van Naaldwijk), baljuw van Rijnland, Dirk van Brederode, Hendrik die Rover van Montfoort, Enkhuizen, Haarlem, Leiden, Alkmaar, Hoorn, Edam, Monnickendam, Amsterdam, Oudewater en Vlaardingen, baanderheren, ridders, knapen, steden en het gemene land van Holland, Kennemerland, Amstelland, Waterland en Friesland, aan (Machteld van Lancaster), gravin van Henegouwen, Holland, Zeeland en Friesland, om in haar geschil met hertog Albert aan de drie landen te willen verblijven. |